- 500 g kippendijen zonder bot
- 1 theel. geelwortelpoeder
- 1 theel. versgemalen zwarte peper
- ¼ theel. zout
- 1 theel. mosterdzaadjes
- 1 theel. fenegriekzaden
- 2 teentjes knoflook
- 4 gedroogde pepers
- 1 eetl. gember
- 1 grote ui
- 2 grote tomaten
- handvol verse korianderblaadjes
- 3 eetl. zonnebloemolie
- 1 theel. komijnpoeder
- 2 laurierblaadjes
- 500 ml kippenbouillon
Snijd de kip in stukken. Meng de geelwortel, de peper en het zout door elkaar. Wrijf hier de kip mee in en laat die afgedekt minstens een halfuur in de koelkast marineren. Rooster de mosterdzaadjes in een droge koekenpan op halfhoog vuur totdat de geur vrijkomt. Haal ze uit de pan. Rooster de fenegriekzaden in dezelfde pan totdat de geur vrijkomt. Pas op dat de zaden niet verbranden. Vermaal de zaden tot een grove specerijenmix. Hak de knoflookteentjes fijn. Ontdoe de gedroogde pepers van de zaadjes en snijd de pepers in stukjes. Hak de gember fijn. Snipper de ui. Snijd de tomaten in stukken. Hak de korianderblaadjes in stukjes. Verhit de olie op halfhoog vuur in een grote braadpan. Voeg de knoflook, gember, de specerijenmix, komijnpoeder, gedroogde peper en de laurierblaadjes toe. Roer goed door elkaar. Doe de uien erbij bak die glazig. Voeg de gemarineerde kip toe en roerbak 4 minuten. Doe dan de bouillon en de tomaten erbij. Breng aan de kook. Zet dan het vuur laag en laat een halfuur pruttelen. Verwijder de laurierblaadjes. Serveer de kip met de korianderblaadjes. Lekker met rijst.