- 200 ml olie + 2 eetl. olie
- 125 g ongekookte noedels
- 250 g tempeh
- 4 lente-uien
- 4 cm verse gember
- 4 teentjes knoflook
- 400 g Chinese wokgroente
- 1 groentebouillonblokje
- 500 ml kokend water
- 2 eetl. ketjap manis
- 1 eetl. suiker
- 1 eetl. sambal oelek
Verhit 200 ml olie in een koekenpan met dikke of antiaanbakbodem.
Kook de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Snijd de tempeh in 10 stroken door de lengte en vervolgens in 15 stroken door de breedte. Frituur de helft van de tempeh in 5 minuten goudbruin in de olie en schep uit de pan. Laat uitlekken op keukenpapier. Doe dit ook met de rest van de tempeh.
Maak bouillon van het bouillonblokje en het kokende water. Snijd de lente-ui in ringetjes. Snijd de gember en de knoflook fijn. Verhit 1 eetl. olie in een wok en bak 3 teentjes knoflook en 2/3 van de gember op laag vuur aan. Voeg de wokgroente toe en roerbak 3 minuten. Voeg de noedels toe en leg die onder de groenten. Voeg de bouillon toe en laat op laag vuur 5 minuten doorgaren. Roer de gare noedels erdoor.
Verhit in een diepe pan met antiaanbaklaag 1 eetl olie. Fruit hierin de overgebleven knoflook en gember op laag vuur aan. Blus het na 4 minuten af met de ketjap, suiker en sambal en bak dit 4 minuten op middelhoog vuur. De saus is goed als de suiker is gesmolten en er een soort karamel ontstaat. Voeg de tempeh toe aan de saus en roer goed om, zodat alle stukjes met saus bedekt zijn.
Doe de noedels met groenten op een bord, leg de tempeh erop en bestrooi met de ringetjes lente-ui.
